Adventskrans

Na de introductie van de adventskrans in 1839 door de  theoloog Johann Hinrich Wichern uit Hamburg in Duitsland ontstond rond de jaren 1930 ook hier in Nederland de traditie om een adventskrans op met kaarsen tafel te zetten of zonder kaarsen aan de deur te hangen. De theoloog had buiten Hamburg, in 1833, een schuur laten bouwen (het huidige Rauhes Haus in Horn) waar hij arme kinderen les en eten gaf. In de periode voor kerst vroegen de kinderen telkens aan hem "Wanneer is het kerst". Hij bedacht in 1839 iets om die periode voor de kinderen zichtbaar te maken. Hij nam een wagenwiel en plaatste daar vier grote witte kaarsen op en vierentwintig kleine rode kaarsjes. Hij hing het wagenwiel op in de gebedsruimte. Elke doordeweekse dag voor kerst werd er een klein rood kaarsje aangestoken en elke zondag voor kerst een grote witte kaars. Zo konden de kinderen aftellen naar kerst. Later in 1860 versierde hij het wiel met sparren en dennen takken. Het begin van een, in eerste instantie, Duits-protestantse traditie die zich daarna verspreide over de wereld.

Er zit veel symboliek in de adventskrans:
- Rond voor de wereld en de terugkerende seizoenen
- Rode linten voor liefde, leven, hoop en licht
- Paarse linten de liturgische kleur van de adventsperiode
- De vier kaarsen zijn veelal wit de kleur van zuiverheid en staan voor hoop, vrede, vreugde en liefde. Soms is de derde kaars roze (blijde zondag). Ook zijn ze gekoppeld aan de namen van Introïtus gezangen: Levavi, Poulus Sion, Gaudete en Rorate Caeli maar ook aan de vier windstreken.
- De naalden van de sparren en dennen takken verwijzen naar de doornenkroon van Jezus maar ook wel voor leven en hoop.

In Spanje heeft elke adventskaars een eigen kleur.
- De eerste zondag de kleur van inkeer en vergeving (paars) of de kleur van bevestiging van het geloof (geel). Ook het begin van het kerkelijk jaar.
- De tweede zondag de kleur van eeuwig leven en hoop (groen) of aanvaarding van Gods gerechtigheid (licht blauw)
- De derde zondag de kleur van vreugde om de komst van Jezus (roze)
- De vierde zondag de kleur van Gods onvoorwaardelijke liefde (rood)
- Met Kerst wordt er midden in de krans een vijfde kaars voor zuiverheid aangestoken (wit)

Oorspronkelijk was de adventsperiode (adventus of komst) een tijd van vasten om zich zo voor te bereiden op de komst van Jezus. Bisschop Perpetuus van Tours bepaalde in de vijfde eeuw dat deze vastentijd van drie dagen per week begon op de dag van Sint Maarten,  11 november. Voor het eerst werd er  op het Concilie  van Tours, in 537, over de adventstijd gesproken.